Artikelen

Badpaleis van Weense allure

Hoe het allemaal begon

In 1818 stond er een houten badhuis geëxploiteerd door de Scheveninger Jan Pronk op de plek waar later het majestueuze Kurhaus verrees. Het moest wijken toen in 1828 bouwkundige Zeger Reyers, oud student van Napoleons hofarchitect Charles Percier, er in 1828 het chique ‘Grand Hôtel des Bains’ liet verrijzen in een late versie van de internationale empirestijl met restaurant, biljardzaal, luxe logeerkamers en een bibliotheek.

Het elegante, paleisachtige gebouw had een hoog hoofddeel met porticus, colonnades en twee zijvleugels. Een brede bordestrap leidde van het terras naar het strand. Het werd een daverend succes bij de beau monde.

Enkele decennia daarna kon ook dit gebouw niet meer aan de vraag voldoen. In 1856 besloot men daarom een nóg groter badhuis te construeren. De keuze viel op het Duitse duo Johann Friedrich Henkenhaf en Friedrich Ebert om dit in 1884 te realiseren, waarbij kosten nog moeite werden gespaard.

Een feest van vorm en decoratie

Het Heidelbergse architectenduo verhuisde naar Amsterdam alwaar ze weldra furore maakten als verbouwers van café Krasnapolsky en het American Hotel en later als ontwerpers van het fameuze Victoria Hotel. Het nieuwe badhuis werd een echt ‘Kurhaus’ en zou dezelfde de majestueuze grandeur gaan ademen die vele gebouwen in de Duitstalige landen kenmerken maar het Nederlandse volkskarakter van nature vreemd is. Het architectenpaar herbouwde het Kurhaus volgens hetzelfde ontwerp in 1886, nadat de eerste versie in vlammen opging.

Het Kurhaus is een hoogtepunt van internationale neo-renaissance en wel volgens de maniëristisch mode uit de Italiaanse zestiende eeuw. Het historiserende gebouw flankeert de zee met haar langwerpige vorm, aan weerszijden afgesloten door naar voren springende zijvleugels. Het middendeel met de Kurzaal draagt een enorme, deels beglaasde koepel, aan de binnenzijde beschilderd met mythologische zee-taferelen en omringd door vier hoekpaviljoens, eveneens bekroond door koepels. Pilaren en pilasters met composietkapitelen en raampartijen gedecoreerd met festoenen en bekroond door timpanen, geleden de gevelwand aan de stadzijde volgens de kolossale orde. Rijen arcades delen op hun beurt de gevelwand aan de zeezijde op. De oorspronkelijke interieurs vertonen een sterke Art-Nouveau invloed. Het is een uitbundig feest van vorm en decoratie.

Koning, keizer, admiraal; het Kurhaus kennen ze allemaal!

Van koningen, koninginnen, prinsessen en prinsen; van presidenten, ministers en ambassadeurs tot popsterren, filmsterren en mode-iconen; de grootheden der aarde vereerden het luxe badpaleis met hun bezoek. Dat was allesbehalve vreemd gezien de vorstelijke ambiance. Tot de illustere gasten behoorden keizer Hiro Hito van Japan, prinses Wilhelmina, koningin regentes Emma, kroonprins Harald van Noorwegen, actrice en mode-icoon Audrey Hepburn, minister Henry Kissinger, president Michael Gorbachov en minister president Sir Winston Churchill. In de Kurzaal traden grootheden op als operazangeres Maria Callas, The Rolling Stones, Bela Bartok, pianist Vladimir Horowitz, Leonard Bernstein, chansonnière Edith Piaf, Pia Beck, Thelonius Monk, Duke Ellington en de legendarische Blaue Engel; Marlene Dietrich.

Alles van waarde is weerloos

Maar toen begon de neergang. Pragmatisme, utilitarisme, economisch- en machtsbelang voerden de boventoon. De grootsheid van het oorspronkelijk geheel vrijstaande, door plantsoenen, bloemperken, fonteinen en strand omgeven ontwerp, werd te niet gedaan door moderne betonbouw aan weerszijden. De groene oase ervoor maakte plaats voor het roemruchte Gevers Deynootplein, een troosteloze steenwoestijn die eind augustus 2006 werd verkozen tot Lelijkste Plek van Nederland.

Begin zeventiger jaren was de staat van het ooit zo glamoureuze bouwwerk inmiddels zódanig dat het genomineerd werd voor de sloop. De gasten bleven al langer weg uit want buitenlandse reizen lonkten meer.

Ook de modernistisch tijdgeest van ‘form follows function’ vloekte met de historiserende praal van het Kurhaus. In de Haagse Passage werden de wanden van hun neorenaissance ornamentering ontdaan en vervolgens gladgestuukt. Rijk geprofileerde schuifseparaties en ornamentenplafonds van negentiende eeuwse stadshuizen verdwenen en masse in vuilcontainers. Dergelijk functieloze ‘opschmück’ serveerden de smaakgoeroes van de Gispengeneratie nu af als ‘Kitsch’.

Gered na burgerinitiatief

Maar het tij keerde. Op het laatste moment wist de Haagse bevolking de afbraak van het badpaleis te voorkomen; Het zou niet de eerste keer zijn dat Hagenaars met succes op de bres springen voor hun kostbare erfgoed.

Na de restauratie in 1972 plaatste de overheid het Kurhaus op de rijksmonumentenlijst waarmee dit pronkstuk van de belle epoque voor het nageslacht is gered.