Artikelen

Raderen

De Laakmolen voerde overtollig water via het veenriviertje De Laak af naar de boezem van de Trekvliet. Met een historie van meer dan vijfhonderd jaar is het de oudste molen van de stad.

Vroeger stond deze molen bekend als de Raenmolen. Daarin is besloten het woord ‘raderen’. Door de taalevolutie is de ‘d’ uiteindelijk verdwenen. Niet alleen zit de molen zélf vol raderen om te kunnen malen, ook op het veld waarop de molen stond, bevonden zich oorspronkelijk vele raderen. Maar deze hadden een iets andere functie.

Het ware geradbraakt voelen

Zij dienden namelijk voor het radbraken. Vandaag gebruikt men nog steeds de uitdrukking ‘zich geradbraakt voelen’ maar dit gevoel komt niet geheel overeen met de emoties die werden opgewekt bij het radbraken.

Vanaf de middeleeuwen tot in de napoleontische tijd belandden de zwaarste misdadigers op houten raderen hoog bevestigd op houten staken. Vervolgens brak de beul ieder bot in hun lichamen met een ijzeren staaf waarna hij de kapotte ledematen door het wiel vlocht om ten slotte de veroordeelden nog dagenlang aan hun lot en de raven over te laten of hen uiteindelijk op het hart ‘de genadeslag’ toe te delen. De verminking van het slachtoffer was natuurlijk wel geheel volgens het geloof. Deze had namelijk oorspronkelijk ten doel te voorkomen dat de misdadiger zou opstaan uit de dood bij de Wederkomst des Heeren.

‘Goed’ voorbeeld doet goed volgen

Tevens bevond zich hier de stadgalg waarop de dode lichamen van de veroordeelden werden tentoongesteld ter “afschrick ende exempele”, immers: “Wel voor ghegaen, doet wel volghen”. Van deze middeleeuwse martel- en executiepraktijken is onze uitdrukking “voor galg en rad opgroeien” afkomstig, hetgeen betekent dat iemand een weinig deugdelijke opvoeding geniet.

God straft onmiddellijk

De huidige Laakmolen, eerder bekend als ‘Raenmolen’ maar ook als ‘Galgmolen’, heeft eveneens niet mogen rekenen op Gods ‘goedertierenheyt’. Na in 1966 te zijn verheven tot monument, beschadigde een hevige brand het bouwwerk zwaar en toen de restauratie in 1985 juist was afgerond, viel de molen terstond opnieuw ten prooi aan een hevige brand.