Artikelen

Van paradijs tot galgenveld

Van de oorspronkelijk dertig buitenplaatsen die Loosduinen rijk was, zijn slechts de restanten van vijf overgebleven. Eén daarvan is Landgoed Ockenburgh gesticht in 1652 door dichter-medicus Jacob Westerbaen.

Reeds dan is het bosachtige park, dat het landhuis met bijbehorende boerderij omringt, de inspiratie voor de gebruikers. Jacob Westerbaen is een verwoed jager, dichter en liefhebber van planten en tuinbouw. Jacob bezingt de schoonheid van de omringende natuur in zijn vele verzen:

“De peer en appelboom ontdoen haere bollenknoppen. Zo schoone bloeysemen veranderen haar toppen. Ick sie in korten tijd mijn boomgaerd en mijn tuin als was het Paradijs in Eden in het duijn”.

Na Jacobs dood word zijn tuin gebruikt voor minder lieflijke praktijken. Het Haags Gemeente Archief beschikt over een contract daterend uit 1752 waaruit blijkt dat de toenmalige eigenaresse van het landgoed, mevrouw douariere Elisabeth Pauw, baronnesse van Boetselaer, niet langer uitkeek op “schoone bloeysemen in het Paradijs in Eden in het duijn” maar op een heuse galg met rad. De gemeente heeft namelijk in haar wijsheid onherroepelijk bepaald dat op deze plek moest komen een “crimineele justitieplaats bestaande in galgh en radt ter plaatse.” De douariere is hier in het geheel niet mee verguld. Zij vindt het “gans onaangenaam” aangezien dit tijdens de theevisite “selfs affschrikkelijke gezigten in de nabijheijt van mijne hoffsteede Ockenburgh soude veroorsaaken”.

In 1848 verandert het decor opnieuw als de toenmalige eigenaar het landgoed verkoopt aan Mr.J.H.J.Huijgens die het deftige zeventiende eeuwse herenhuis omvormt tot een enorme, witgepleisterde laat-neoklassieke villa. De laatste grote verandering vindt echter plaats in 1931. Gemeente Den Haag opent als nieuwe eigenaresse het landgoed als openbaar wandelpark en de villa als jeugdherberg.

In de tweede wereldoorlog dient het landgoed vervolgens als Nazi-afschietplaats van V2’s naar Engeland en later tevens naar Frankrijk en België.

Na haar roemruchte carrière als galgenveld en Nazi-bombardeercentrum, herrijst Ockenburg als “het Paradijs in Eden in het duijn” met het vermaarde Hyacintenbos dat de gemeente in 2002 overdraagt aan de Stichting het Zuid Hollands landschap.

(Bron: Ben Wessels).