Artikelen

Vondsten uit de prehistorie

Ypenburg, de oudste Haagse wijk

De jonge Haagse vinexwijk Ypenburg blijkt de oudste wortels te hebben van de hele gemeente. Voordat dit stadsdeel werd ontwikkeld, is er tussen 1996 en 2000 uitgebreid archeologisch onderzoek verricht. Archeologen vonden er een nederzetting en een grafveld uit het Neolithicum. Op twee afzonderlijke momenten tussen 3800 en 3400 v.Chr. leefde hier een aantal gezinnen samen op een duintje. Zowel in de eerste als in de tweede fase bestond de bewoning uit twee à drie huishoudens; in totaal woonden er steeds zo'n tien tot twintig mensen tegelijkertijd in de kleine nederzetting. In de tussenliggende periode deed het duin van Ypenburg waarschijnlijk dienst als akkerland of als geschikte locatie voor tijdelijke jachtkampen. Ondanks het feit dat het landschap om hen heen in de loop van die 400 jaar drastisch veranderde, lijkt dat nauwelijks van invloed te zijn geweest op het leven van de bewoners. Ze leefden van veeteelt en akkerbouw, op traditionele wijze aangevuld met de opbrengst van jacht en visserij. Het duin vormde het centrum van waaruit de bewoners hun omgeving exploiteerden en het huis was het centrum van hun dagelijkse leven.

Huiserven

De archeologen onderzochten een viertal huiserven die erg op elkaar leken qua opzet en locatiekeuze. Er stonden kleine huizen van 30 tot 40 m², hoog gelegen op de flank van het duin aan de landzijde, prettig beschut tegen de zeewind. Op het erf rond de boerderij vond een scala aan activiteiten plaats. Ze zijn gereconstrueerd uit de grote hoeveelheden bewoningsafval rond de huizen en op de flanken van het duin. Allereerst lagen er veel vuurstenen werktuigen. Sommige hebben een 'mesolithisch' karakter, zoals de pijlspitsen die gebruikt zijn bij de jacht, andere wijzen op het boerenbestaan, zoals fragmenten van bijlen. Vuursteenklingen, lange, smalle afslagen met scherpe snijkanten, werden zowel door jagers als door boeren overal voor gebruikt. Typisch neolithisch is de aanwezigheid van aardewerk, waarin voedsel werd bereid en bewaard. Het werd op het erf gemaakt en gebruikt. Rond de huizen troffen de onderzoekers resten van haarden, kuilen en bijgebouwen. De functie van die kuilen en schuurtjes is niet altijd duidelijk. Aan de voet van het duin waren waterkuilen gegraven, bedoeld als drenkplaatsen voor het vee, getuige het grote aantal afdrukken van runderhoeven eromheen. Naast koeien hielden de bewoners van Ypenburg ook varkens. Beide tamme diersoorten kunnen worden onderscheiden van hun wilde soortgenoten op basis van hun geringere afmetingen: het oerrund is groter dan het gedomesticeerde rund, het wilde zwijn groter dan het tamme varken.

Veeteelt

Veeteelt was voor de bewoners van Ypenburg belangrijker dan de jacht. Waarschijnlijk gebruikten ze de koeien niet voor de melk, maar enkel voor hun vlees en de huiden. Het vee werd geslacht op het duin zelf, het slachtafval lag op de erven naast de huizen. Daar vonden de archeologen ook fossiele (versteende) resten van uitwerpselen (zogenaamde coprolieten) van honden, dieren die al in het Mesolithicum door mensen werden gehouden en gewaardeerd. Dat de hond een bijzondere status had voor de Ypenburgse steentijdboeren bewijst de vondst van hondenskeletten die een echte begrafenis hadden gekregen.
De koeien graasden op de strandvlakte in de directe omgeving van het duin; daar was weidegrond in overvloed. De akkertjes lagen op de flanken en aan de voet van het duin zelf én op de hogere delen in de kwelders in de omgeving. De boeren verbouwden er twee gewassen, 'emmertarwe' en naakte gerst, waarvan verkoolde resten zijn teruggevonden.

Begraven op Ypenburg

Wat de vindplaats Ypenburg extra bijzonder maakt, is de vondst van een grafveld. Het is de oudste begraafplaats van West-Nederland en met dat record haalde het in 1998 het nationale nieuws. Gedurende ongeveer twee eeuwen begroeven de bewoners van het duin van Ypenburg hier hun doden. De graven lagen verdeeld over twee clusters die tien meter uit elkaar lagen. In de 31 graven die zijn onderzocht zijn de resten van 42 individuen gevonden, waaronder 25 complete skeletten. De botten zijn - gelet op hun verblijf in de bodem van ruim vijfduizend jaar - uitstekend bewaard gebleven.

De doden die men hier begroef, vormden geen representatieve afspiegeling van de bewoners van de nederzetting. Er lagen zowel volwassen mannen en vrouwen als kinderen, maar de spreiding over de leeftijdscategorieën is erg onregelmatig. Er zijn vooral vrouwen en mannen tussen de 35 en 44 jaar en kinderen jonger dan 8 jaar begraven. Personen uit de leeftijdsgroep van 8 tot 35 jaar ontbreken vrijwel volledig, net zoals mensen ouder dan 44 jaar. Nu zullen er in die tijd niet veel mensen hebben rondgelopen die veel ouder waren dan dat, maar de sterfte onder jonge kinderen moet veel hoger geweest zijn dan hier blijkt. Kennelijk heeft er een selectie plaatsgevonden en was een begraving op dit grafveld niet voor iedereen weggelegd. Vondsten van losse menselijke resten tussen het afval in de nederzetting bevestigen dat idee. Van andere grafvelden kennen we een vergelijkbaar beeld. Op de vindplaats bij Schipluiden, die uit dezelfde periode dateert, werden naast de graven van twee kinderen vijf graven van oudere mannen gevonden. Ook daar werd dus selectief ter aarde besteld. Volgens de archeologen zijn hier mogelijk de leiders van de groep begraven.

Waarschijnlijk waren in het grafveld van Ypenburg sommigen begraven in een kist of een andersoortige constructie in een kuil. Dat baseren de archeologen op de positie van de skeletdelen van sommige begravenen, die erop wijst dat ze in een holle ruimte zijn bijgezet. Eén van de aangetroffen skeletten lag bovendien onder een laag organisch materiaal. Er zijn van elders voorbeelden uit deze periode bekend van doden die afgedekt werden met boombast, zoals een graf op Schokland.

De meeste doden waren begraven op hun zij of op hun rug met opgetrokken benen. Sommige mensen lagen in foetushouding waarbij hun knieën zo strak tegen het lichaam aangetrokken lagen, dat hun benen vastgebonden moeten zijn geweest.
Van een aantal doden zijn de voorwerpen die zij in het graf hadden meegekregen, bewaard gebleven. Negen vrouwen hadden een bijgift in hun graf, zoals hangers en kralen van git of barnsteen. De kralen lagen meestal op of bij de schedel, de hangers ter hoogte van de hals of schouders. Eén kind had een benen ringetje om een vinger. Een van de mannen heeft een buideltje aan zijn riem gedragen met daarin een paar vuurstenen werktuigen en een klompje pyriet waarmee vuur kon worden gemaakt.

De meeste mensen waren in een eigen graf bijgezet, maar er waren ook een paar gedeelde graven: vijf graven met twee personen, één graf met drie en één graf met vier individuen. De graven werden meerdere keren achter elkaar gebruikt zonder de oudere begravingen te verstoren, wat alleen mogelijk is als de graven boven de grond zichtbaar waren. Er zijn helaas geen resten van zo'n markering gevonden. Het heropenen van de graven wijst trouwens ook op het bestaan van complexe rituelen rond de omgang met de doden.

Door de vondst van het grafveld in Ypenburg is de kennis van de aard van bewoning in het West-Nederlandse kustgebied enorm toegenomen. Het duin was geen tijdelijke verblijfplaats - bijvoorbeeld voor mannen die voor korte periodes naar de kust kwamen om zich met jacht of visserij bezig te houden. Dat er vrouwen, mannen en kinderen in het grafveld lagen vormt het bewijs dat er complete gezinnen of families permanent woonden. Met een duidelijk zichtbaar grafveld op het hoge duin benadrukten de bewoners bovendien op zeer krachtige wijze de claim op hun woonplaats en het bijbehorende territorium ten opzichte van hun buurtbewoners.

(uit: De archeologie van Den Haag, Anne de Hingh en Evert van Ginkel, Uitg. Matrijs)

Archeologen aan het werk op de opgraving die voorafging aan de bouw van de nieuwbouwwijk Ypenburg.
Archeologen aan het werk op de opgraving die voorafging aan de bouw van de nieuwbouwwijk Ypenburg.
Een begraving uit het prehistorische grafveld van Ypenburg.
Een begraving uit het prehistorische grafveld van Ypenburg.
Bronzen reconstructie van hoofden van enkele vroege Ypenburgers uit het grafveld zijn geplaatst in het plantsoen bij Vuursteen.
Bronzen reconstructie van hoofden van enkele vroege Ypenburgers uit het grafveld zijn geplaatst in het plantsoen bij Vuursteen.
Barnstenen of gitten kralen, afkomstig uit het grafveld.
Barnstenen of gitten kralen, afkomstig uit het grafveld.
Maquette van de nederzetting van Ypenburg.
Maquette van de nederzetting van Ypenburg.