Artikelen

Vliegbasis tijdens WOII

In 1939 hing het uitbreken van de oorlog in de lucht. Nederland hoopte neutraal te blijven, maar in 1940 zou Duitsland Nederland niet overslaan. Omdat de regering en de koningin in Den Haag waren gevestigd was Den Haag een belangrijk doelwit van de Duitse aanval. De aanval zou beginnen met landingen van grote groepen Duitsers bij het vliegveld. Vandaar zou de opmars naar Den Haag beginnen.

Het vliegveld was particulier bezit, maar in 1938 huurde het Nederlandse leger een deel van het vliegveld voor de luchtmacht. Die viel toen onder het leger. In 1939 werd het vliegveld in zijn geheel gevorderd. Kort voor het uitbreken van de oorlog werden nog twee hangars gebouwd. Vlak voor de Duitse inval werd de defensie verder versterkt. Men hield geen rekening met massale Duitse luchtlandingen, maar met saboteurs en spionnen die uit Den Haag het vliegveld zouden kunnen binnendringen. Militairen werden daarom gestationeerd op de Hoornbrug en op andere plekken waar ze deze mensen konden tegenhouden.

Nederlandse leger

De sterkte van het Nederlandse leger op Ypenburg was niet indrukwekkend. Er stonden zeer verouderde vliegtuigen die vlak voor de aanval buiten het vliegveld waren geparkeerd. Tijdens de aanval konden ze daarom niet worden ingezet. Op het laatste moment werden er extra Fokker-jachtvliegtuigen en lichte bommenwerpers op Ypenburg gestationeerd. Deze beide types zouden worden ingezet als jachtvliegtuig, maar de Fokkers waren verouderd en de bommenwerpers waren totaal ongeschikt voor deze taak. De Nederlandse luchtmacht had slechts 23 moderne jachtvliegtuigen (de Fokker G-1), maar die waren niet gestationeerd op Ypenburg.

Het vliegveld werd bewaakt door een bataljon grenadiers en zes moderne pantserwagens. Eén compagnie militairen bewaakte het vliegveld, een andere de toegangen vanuit Delft en Den Haag en de derde compagnie sliep in een hangar en in boerderijen rond het vliegveld.

Tenslotte was er nog luchtdoelgeschut. De luchtafweer van Ypenburg kon met de verouderde mitrailleurs niet veel uitrichten. Het modernere luchtafweergeschut bij de Calvéfabriek in Delft en in een weiland bij Park Leeuwenbergh was veel beter en zou in de strijd veel Duitse vliegtuigen neerhalen. Kort voor de aanval kwam uit Duitsland bericht dat Duitse transportvliegtuigen oefenden in landingen op de autoweg. Meteen werden de autowegen rond Den Haag versperd met vrachtauto's.

Duitse meerderheid

Tegenover de magere Nederlandse verdediging zetten de Duitsers een overmacht aan vliegtuigen en militairen in. De Duitse aanval zou beginnen met een bombardement dat de verdediging van het vliegveld moest uitschakelen. Daarna zouden transportvliegtuigen de 22e Luftlandedivision op de grond afzetten. Deze eenheid had opdracht om belangrijke gebouwen in Den Haag te bezetten: het koninklijk paleis, de regeringsgebouwen en het ministerie van oorlog (defensie). Ook de vliegvelden Valkenburg, Ypenburg en hulpvliegveld Ockenburg moesten worden bezet. De Duitse inval in Nederland kwam niet onverwacht, maar de luchtlandingen kwamen als een verrassing. Bijzonder is dat Adolf Hitler zich persoonlijk met de planning van de luchtlandingen had bemoeid.

De aanval

De nacht van de aanval, van 9 op 10 mei, was een onrustige nacht met veel vliegverkeer. Midden in de nacht, even voor vier uur, naderden grote aantallen vliegtuigen vanaf de Noordzee. Dat waren Duitse vliegtuigen die over Nederland waren gevlogen en op de Noordzee waren gedraaid. De Nederlanders zouden moeten denken dat het om Engelse vliegtuigen ging die op weg naar Duitsland waren. Toch stegen er meteen Nederlandse vliegtuigen op. Alleen de Fokker D-21-jagers bleken door hun wendbaarheid partij te zijn voor de moderne Duitse vliegtuigen. Zij schoten meerdere Duitse vliegtuigen neer, maar konden door het Duitse bombardement niet meer op Ypenburg landen om benzine of munitie bij te laden. Een aantal vliegtuigen landden op hulpvliegveld Ockenburg en werden daar op de grond beschadigd.

De als jachtvliegtuig gebruikte Douglasbommenwerpers werden neergeschoten of op de grond beschadigd. Van deze toestellen kwamen veel bemanningsleden om.

Bombardement

Tussen vier uur en kwart voor vijf in de ochtend bombardeerden Duitse bommenwerpers in meerdere golven het vliegveld. De aanval bracht het vliegveld grote schade toe, maar niet zoveel dat de Nederlandse verdediging compleet werd uitgeschakeld. Het hoofdgebouw stond in brand maar kon worden geblust. De veldtelefoon werkte niet meer zodat er geen berichten meer konden worden doorgegeven. Twee van de zes pantserwagens waren onbruikbaar.

Eerste parachutisten

Tijdens het bombardement landde een bataljon Duitse parachutisten ten noorden en ten westen van Ypenburg bij de autoweg en het vliegveld. Zij maakten veel Nederlandse militairen krijgsgevangen. De Duitsers dwongen de Nederlandse krijgsgevangenen voorop te lopen naar het vliegveld. Omdat de Nederlandse troepen niet durfden te schieten konden de Duitsers het vliegveld veroveren. Een deel van de Nederlandse troepen trok zich terug naar de Hoornburg.

Terwijl deze aanval bezig was probeerden tientallen Duitse transportvliegtuigen met soldaten op Ypenburg te landen. Veel ervan werden neergehaald of beschadigd door het luchtdoelgeschut, vooral door het luchtafweergeschut dat ten noorden van Delft stond. Het was betaald door de Calvéfabrieken. Veel beschadigde vliegtuigen maakten een noodlanding en konden toch soldaten uitladen. De Duitsers veroverden vrijwel het hele vliegveld en de nabijgelegen Johannahoeve. Ze bereikten zelfs de Vliet en nestelden zich daar onder andere in Villa Dorrepaal.

Omdat de luchtlandingen niet verwacht waren moest de Nederlandse verdediging improviseren. Enkele opleidingseenheden in Den Haag stuurden op eigen houtje detachementen naar de Vliet. Deze actie voorkwam dat de Duitsers vanaf villa Dorrepaal verder Den Haag in konden trekken.

Ten zuiden van Delft vonden ook luchtlandingen plaats, maar het lukte deze parachutisten niet om naar Ypenburg op te trekken. Haastig samengetrokken rekruten uit Delft vielen hen zo fel aan dat zij zich weer terug moesten trekken.

Aanval mislukt

De Duitse aanval was nu eigenlijk mislukt. Het was niet gelukt om Ypenburg snel te veroveren en daarna het paleis en de regeringsgebouwen in te bezetten. De Duitsers hadden zich op het vliegveld verschanst, maar de Nederlandse troepen lagen vlakbij aan de Hoornbrug. In Voorburg en langs de spoorlijn naar Utrecht lagen ook Nederlandse troepen, maar het gebied daartussen was in handen van Duitse parachutisten. Na de eerste mislukte Nederlandse tegenaanvallen volgde de befaamde bestorming onder 2e luitenant Maduro. Onder zijn leiding stormden troepen over de Oude Tolbrug en werd na felle strijd Villa Dorrepaal op de Duitsers veroverd. Hierna werden ook andere huizen en boerderijen in dit gebied veroverd.

Tegenaanval

De situatie was ondertussen chaotisch geworden. Bij de Hoornbrug kwamen steeds meer Nederlandse troepen aan voor de tegenaanval. Men stuurde alles wat beschikbaar was, voornamelijk grenadiers, rekruten en artillerie.

Twee secties rekruten gingen van hieruit op eigen houtje in de aanval. Ze waren in aantal, bewapening en geoefendheid erg in de minderheid, maar slaagden er toch in om tot vlakbij het vliegveld door te dringen. Daar liepen ze vast op de Duitse verdediging. Een compagnie grenadiers ging ook op eigen houtje in de aanval. Zij konden de Johannahoeve tot op enkele honderden meters naderen.

De Duitse verdediging was goed georganiseerd. In de verkeerstoren stonden bijvoorbeeld mitrailleurs opgesteld en de Johannahoeve, een boerderij, was een zwaar versterkt Duits steunpunt geworden. Vanuit beide posities hadden de Duitsers een vrij schootsveld over de weilanden.

Twee eenheden kregen nu opdracht om aan beide zijden van de autoweg op te rukken. Voorbij de hoeve Ypenburg liep de aanval vast, maar ten westen van de autoweg bleven de rekruten doorgaan, wadend door sloten. Net als op andere plaatsen toonden de Nederlandse soldaten buitengewone moed. Omdat ze ook uit de lucht werden beschoten, moesten zich weer terugtrekken. Ze hadden de hoofdingang bijna bereikt.

Britse luchtaanval

Pas toen artillerie vanuit Rijswijk de Duitsers ging beschieten, vluchtte een deel van hen weg. Andere Duitsers begonnen zich over te geven, maar enkele groepen Duitsers hielden nog fanatiek stand. Het onverwachte bericht om terug te trekken naar de Hoornbrug gaf verwarring bij de Nederlanders. Er werd niet bij verteld dat Britse bommenwerpers op weg waren om Ypenburg te bombarderen. Dit bombardement, door twaalf Britse bommenwerpers, schakelde even na drie uur de Duitse verdediging zodanig uit dat het vliegveld kon worden bezet.

Strijd om Johannahoeve

De strijd was nog hierna nog niet helemaal voorbij. Bij Johannahoeve werd zwaar gevochten. Het omliggende vlakke terrein bood de Nederlanders geen enkele dekking. Ook bij andere boerderijen werd zwaar gevochten. Pas in de loop van de avond gaven de laatste Duitsers zich over. Toen waren alle op en om Ypenburg gelande parachutisten en luchtlandingstroepen uitgeschakeld of gevangen genomen. Zij werden naar Engeland afgevoerd.

Overwinning

De overwinning in wat de Slag om Ypenburg werd genoemd, heeft uiteindelijk niet mogen baten. Op 15 mei gaf het Nederlandse leger zich over.

Monument

Als herinnering aan de strijd om Ypenburg staat in het Ilsy-plantsoen een monument met een korte tekst. Ook veel straatnamen in Ypenburg zijn genoemd naar militairen die in Ypenburg hebben gevochten, daarvoor een onderscheiding hebben ontvangen of daar zijn omgekomen.
 
Meer informatie:
www.ypenburgnet.nl/shy/projecten/routes