Artikelen

Haagse Bos

Het stadsdeel Haagse Hout is vernoemd naar het Haagse Bos. Hout is immers de oude aanduiding voor bos. In de dertiende eeuw lieten de graven van Holland hier een nieuw kasteel bouwen. Het werd een groot complex met het (huidige) Binnenhof als centrum. Den Haag en het Haagse Bos bestonden toen nog niet. Het gebied rond het kasteel bestond toen uit veengrond en zandgrond met open vlaktes die werden afgewisseld door kleine bosjes van vooral lage bomen en struiken. Het gebied ten oosten van het kasteel was een onbewoond en onontgonnen gebied dat de “wildernis” van de graaf werd genoemd. Dit gebied was eigendom van de graaf.

Al snel gingen de graven de “wildernis” naast hun kasteel inrichten als een soort tuin. De graven staken veel geld en energie in de aanleg van een bos, waar ze prieeltjes lieten aanleggen om te zitten en waar klein wild werd uitgezet om te jagen. Veel vrije tijd zullen de graven niet hebben gehad, maar op feestdagen konden ze zich wel amuseren in dit nieuwe Haagse Bos. Uit overgebleven rekeningen blijkt dat de aanleg van dat bos moeizaam ging. Regelmatig werden nieuwe bomen gekocht die van buiten Den Haag werden aangevoerd per schip. De schepen werden op het Spui gelost en daarna met paard en wagen naar het bos gereden om te worden geplant. Jonge boompjes moesten dan weer worden beschermd zodat het wild de boompjes niet kon opeten of beschadigen. Veel nieuw geplante bomen gingen dood en dan moesten nieuwe bomen worden gekocht. Het duurde volgens onderzoekers enkele eeuwen voordat je kon spreken van een echt bos.

Het bos kon ook nuttig worden gebruikt. De veengrond kon worden afgegraven en gedroogd, zodat je die als turf kon gebruiken. Turf was in deze tijd de belangrijkste brandstof voor verwarmen en koken, omdat er in Holland zo’n tekort was aan hout. Zowel in het huidige Benoordenhout als in het huidige Haagse Bos lagen kleine turfvelden. De gaten die ontstonden door het turf weg te graven werden gevuld met zand, vermoedelijk van duinen die toen nog in het bos lagen.

In Holland was een tekort aan hout omdat de meeste bossen gekapt al lang geleden gekapt waren. Ook het Haagse Bos leverde niet veel hout. De bomen waren niet geschikt om te gebruiken voor de bouw. In de Middeleeuwen werden huizen en zelfs kastelen nog van hout gebouwd, maar dat hout kwam van buiten Den Haag. Het hout van het Haagse Bos was alleen geschikt om kleine houten beeldjes van te maken, onder andere voor gebruik in de kerk.